Abscis Architecten -

Techcare

De fragiele scheidslijn tussen gevangenis en zorg

Het project op de Wondelgemse Meersen in Gent legde een hobbelig parcours af. Conceptmatig evolueerde het tijdens de besprekingen geleidelijk van een gevangenis voor psychiatrische patiënten naar een zorginstelling met extra beveiliging voor high risk geïnterneerden. Waarop vandaag precies de klemtoon ligt, blijft overigens voer voor discussie. van de redactie was nog niet duidelijk of de klemtoon komt te liggen op zorg of op detentie. In ieder geval moet het gebouw beantwoorden aan de strengste normen voor zowel gevangenissen als zorginstellingen. De invulling van het meermaals bijgestuurde eisenprogramma werd bemoeilijkt door het feit dat de uitbater van het complex nog moest worden aangeduid. Bij het afsluiten van de redactie was nog niet duidelijk of de klemtoon komt te liggen op zorg of op detentie. Bouwtechnisch was het onder andere zoeken naar een gepaste stabiliteitsoplossing om het centrum stevig te funderen op de voormalige stortplaats.

De Regie der Gebouwen fungeert als bouwheer, eindgebruiker is de FOD Justitie. Vermits het om een zorginstelling gaat, is ook de FOD Volksgezondheid betrokken partij wat de uitbating betreft. Het studieteam dat de opdracht in 2007 kreeg toevertrouwd, bestaat uit de architectenbureaus Abscis Architecten en dJGA - de Jong Gortemaker Algra (Rotterdam), de ingenieursbureaus Ingenium (technische uitrusting) en Derveaux (stabiliteit) en ten slotte AT Osborne (consultancy en project management). Voor de uitvoering staat de nv Denys in. Het FPC Gent zal onderdak bieden aan 272 geïnterneerden, dat wil zeggen mensen die een strafrechtelijk feit hebben gepleegd, daarvoor ontoerekeningsvatbaar werden verklaard en worden beschouwd als een gevaar voor de samenleving of voor zichzelf. Het kan zowel om mensen met psychische problemen gaan als om personen met een mentale handicap. Tot nu toe belanden dergelijke mensen hetzij in de reguliere psychiatrie, hetzij in de gevangenis. Het gebrek aan aangepaste zorg in de penitentiaire instellingen lokte al meermaals internationale kritiek en veroordelingen door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens uit.

RINGSTRUCTUUR

Bij gebrek aan andere referenties was het programma van eisen aanvankelijk volledig geënt op het concept van een gevangenis. Vooral de inbreng van dJGA, dat in Nederland al meerdere tbs-klinieken (terbeschikkingstelling) realiseerde en vorig jaar werd onderscheiden met de Design & Health International Academy Award voor High Care in Oegstgeest, een kliniek voor cliënten met ernstige psychische problemen, zorgde ervoor dat dit uitgangspunt stelselmatig werd bijgestuurd.

“Wat overeind is gebleven, is de typische sterstructuur in de opstelling van de woonpaviljoenen”, verduidelijken architect Frank Van Kerckhove en projectarchitect Pieter De Smet van Abscis Architecten. “Het FPC Gent is opgebouwd rond een ringvormige circulatie, met op drie van de vier poten in waaiervorm de verschillende woonpaviljoenen. Die geven in tegengestelde wijzerzin het therapeutisch traject doorheen de instelling weer, te weten observatie & oriëntatie, intensieve zorg (high care) en verpleging (medium care). Een vierde paviljoen herbergt het inkomgebouw plus een kleine afdeling resocialisatie (low care) voor patiënten die op het punt staan de stap te zetten naar een reguliere psychiatrische instelling, ambulante zorg of een vorm van begeleid zelfstandig wonen. Met deze indeling tracht met ook de waarschijnlijk uiterst gevarieerde groepen patiënten elke en plek te geven".

Als alles loopt zoals gepland, wordt weldra het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent opgeleverd, zodat de geplande periode van proefdraaien dit jaar van start kan gaan. Daarmee is het eerste grootschalige forensisch psychiatrisch centrum in ons land een feit. Op Antwerpen-linkeroever is intussen de bouw van een tweede centrum van start gegaan.

Het centrale blok dat wordt begrensd door de rondgang, herbergt de algemene afdelingen: medische kabinetten, apotheek, sporthal, werkplaatsen, therapeutische ruimtes, technische dienst en acht afzonderingskamers. De scheiding tussen het private en het 'publieke' gedeelte is gewild aangebracht om structuur te brengen in het dagelijks bestaan. Zowel het materiaalgebruik als de bouwhooghte accentueren deze scheiding. De paviljoenen tellen slechts twee niveaus, het centrale gedeelte drie. Beide delen zijn ook uitgevoerd in een andere kleur van gevelsteen. Grote patio's brengen op goed gekozen plekken het daglicht naar binnen en geven de afzonderingskamers een beperkte eigen buitenruimte.

SLAKKENHUIS

Het ontwerpteam omschrijft het concept als een slakkenhuis, waarin patiënten geleidelijk aan richting de exit bewegen, met de mogelijkheid om, indien nodig, een deel van het traject over te doen. Belangrijk uitgangspunt was dat er een nauwe samenwerking met de reguliere psychiatrie mogelijk moet zijn, zodat patiënten in elke fase van het zorgtraject kunnen in- of uitstromen. De gang door het slakkenhuis is erop gericht het meestal extreem lage zelfbeeld van de bewoners weer op te krikken en hen opnieuw gevoel voor sociale interactie bij te brengen. De ateliers zijn dan ook niet gericht op productie zoals in een gevangenis, maar schrijven zich in het therapeutische proces in.

De compartimentering van de circulatie ondersteunt het beeld van een slakkenhuis. Alle deuren worden elektronisch bediend met een badge zodat de patiënten meer of minder bewegingsvrijheid kunnen krijgen, afhankelijk van hun toestand en van eventueel probleemgedrag. De routing doorheen het centrum werd minutieus bestudeerd. Doodlopende gangen zijn vermeden door de cirkelvormige structuur. Gangen zijn ontdubbeld, zodat passerende patiënten vanuit de eerste gang nooit onverwachts een medisch kabinet of andere ruimte kunnen binnenvallen, maar eerst toegang moeten krijgen tot de tweede gang.

Bij gebrek aan een uitbater zijn vele ruimtes functioneel nog niet ingevuld. Zo was de tweede verdieping van het centrale gedeelte aanvankelijk opgevat als een reeks ruimtes die aansloten bij het gevangenisconcept, met onder andere gespreksruimtes voor advocaten en administratieve werkruimtes. De precieze functie zal mettertijd blijken. Omdat het centrale gedeelte is opgevat als een betonconstructie zonder dragende wanden, kan de toekomstige uitbater met het vrij open plan later nog alle richtingen uit. De keerzijde van de medaille is wel dat hij meteen moet beginnen met aanpassingswerkzaamheden.

WONEN AAN EEN PLEINTJE

Architecten Frank Van Kerckhove en Pieter De Smet: “Op de knooppunten van de centrale circulatie ligt telkens een pleintje dat dienst doet als toegang tot de woonpaviljoenen. Elk paviljoen telt twee vleugels. Elke vleugel herbergt twee leefgroepen van acht tot twaalf kamers, gescheiden door centrale utilitaire ruimtes (rookhoek, bergplaats, patio). Door deze scheiding beschikt elke groep over een eigen gang die als een lus doorloopt. Per woonunit is er een centrale verpleegpost met eigen sanitair en uitgang. De leefgroepen kregen elk ook een leefruimte met een beperkte keuken toebedeeld. In twee prikkelarme kamers kunnen patiënten vrijwillig of gedwongen even tot rust komen.” Het materiaalgebruik is aangepast aan de speciale vereisten, met extra verstevigd binnen- en buitenschrijnwerk en beglazing, slijtvaste rubberen vloeren, krasbestendige pleisters, massieve en akoestisch goed presterende betonwanden tussen de kamers en inox sanitair in de isolatiekamers. De kamers in de woonpaviljoenen zijn compact, met een aparte sanitaire ruimte, een werkblad en de nodige voorzieningen voor wifi en televisie. Een must waren het uit de gevangenis gekende, traditionele doorgeefluik en kijkgat.

ZOEKEN NAAR OPENHEID

Een deel van het complex is omgeven door een driedubbele omwalling, bestaande uit een 6 meter wand in prefab betonelementen en twee draadafsluitingen. Langs de zijde van de Lieve is de betonnen wand weggevallen, terwijl het inkomgebouw met de beperkte low care afdeling bewust buiten de afsluiting ligt. Aan de inkom fungeert een betonnen commando- en interventiepost

als centrale dispatching. Hier wordt het gebouw geobserveerd, gecontroleerd en beheerd: elektronische deursloten, gebouwbeheersysteem, alarm. Naast het inkomgebouw biedt een sas toegang tot de ommuurde binnenruimte, met het oog op leveringen of transport van patiënten.

De ontwerpers draaiden het gebouw zo dat de medium en low care paviljoenen uitkijken op een groene as die de stad hier langsheen de oude bedding van de Lieve zal aanleggen. Langs deze zijde zijn buitenruimtes beschikbaar voor de patiënten die er een tuin kunnen aanleggen of kleine dieren kweken. Het ommuurd gedeelte heeft een gemeenschappelijke tuin met sportfaciliteiten en zitbanken. De brandweerweg is zo onopvallend mogelijk geïntegreerd in de buitenaanleg. 

Bron: FCOmedia Techcare - Redactie Colette Demil en Staf Bellens - Fotografie Luchtfoto's Denys

Naar project

Delen