Anderlecht
Benieuwd naar wat we voor u kunnen betekenen?
Contacteer onsDe Brasseries Atlas is een unieke site in Anderlecht, en bij uitbreiding Brussel. De site, met zijn uitzonderlijke gebouwen getuigt van de belangrijke positie die de brouwindustrie tijdens de 20e eeuw in de hoofdstad innam. De verschillende gebouwen zijn stuk voor stuk sterke voorbeelden van industrieel erfgoed, elk met unieke karakteristieken en kwaliteiten. Bovendien is deze site sinds meer dan 70 jaar blijven stilstaan in de tijd en heeft ze zodoende de stad rondom zich zien veranderen. De site is na het stopzetten van de industriële activiteiten wel achtereenvolgend in gebruik genomen door diverse partijen, maar de gebouwen bleven grotendeels verlaten en onaangeroerd. Deze gang van zaken versterkt vandaag de erfgoedwaarde van de Brasseries Atlas: ze werd tot nu toe slechts tijdelijk opgeëist, maar nog niet gevestigd in deze tijd.
Ambities
Dit brengt een dubbele uitdaging met zich mee: enerzijds een transformatie-uitdaging - het omvormen van de voormalige industriële gebouwen tot kwalitatieve woningen - en anderzijds een stedelijke uitdaging - het integreren van de bestaande en nieuwe gebouwen in de hedendaagse buurt. Dit projectvoorstel balanceert tussen deze twee uitdagingen. We beginnen met de ambitie om de bestaande gebouwen, met hun specifieke architectuur en draagconstructies, vrijwel volledig te benutten. Dit niet alleen vanwege hun erfgoedwaarde, maar ook om de embodied energy en het kapitaal te behouden. We volgen hierin een logica van de minste weerstand: de bestaande architectuur en structuur laten leiden om woontypologieën en publieke ruimtes te creëren met eventueel onconventionele eigenschappen, maar steeds met sterke, hoogwaardige woonkwaliteiten.
Ten tweede omarmen we de vereiste woondichtheid door nieuwe toevoegingen te organiseren die zowel reageren op het erfgoed als de stedelijke context. We streven ernaar om dit geheel van gebouwen en open ruimtes te ontwerpen als een collectieve stedelijkheid die openstaat naar zijn omgeving. We zijn ons zeer bewust van de dynamische context van deze buurt in volle verandering, waar we met dit project zorgvuldig in willen integreren.
Inplanting
We zetten in op het creëren van verticale doorzichten naar de site: een stedelijk moment, een uitzonderlijk doorzicht in de stedelijke ruimte. We creëren een tweede, bijkomend zicht op de voorgevel van de toren, die momenteel in de aanpalende straten onzichtbaar blijft.
Een blik op de binnentuin toont de relatie tussen de stad en het binnengebied. De binnentuin ademt een ontspannen sfeer. Dankzij deze openheid zijn de woningen niet langer uitsluitend gericht op het interieur, maar bieden de gebouwen diverse zichtlijnen. De materialiteit van de gevel van het nieuwe gebouw is zo ontworpen dat deze in kleur en textuur refereert aan het bestaande. Het gebouw probeert niet op te vallen, maar juist een achtergrond te vormen voor de gedeelde tuin. De studentenhuisvesting is niet gericht op deze binnentuin, maar profiteert van een ruim dakterras. Zo tracht de architectuur de verschillende generaties op evidente wijze samen te laten leven.
Vanuit onze ambities komen we tot een nieuw ensemble van gebouwen dat iets meer dan het dubbele van het bestaande omvat qua oppervlakte.
Het is duidelijk dat de hoogste densiteit dient bereikt te worden in de perimeter van het gebied. We stellen een diversiteit aan densiteiten voor, met hoge en lage momenten zodoende de openheid en de doorzichten doorheen de site bewaard blijven.
Gebouwen
Gebouw A - Ateliers. Het bestaande wordt maximaal ingezet; we proberen de volledige footprint in te zetten voor het wonen. Een compact en dens volume wordt geïntroduceerd bovenop het bestaande gebouw voor het creëren van de studentenhuisvesting (S) en extra residenties.
Gebouw T,T’ - Toren. Voor de toren en het pakhuis houden we de uitbreiding minimaal. In de toren doen we kleine ingrepen op de bovenste drie verdiepen zodoende we er op pragmatische wijze appartementen kunnen creëren. In het pakhuis bouwen we een nieuwbouw binnen de bestaande façade, zo creëren we een extra verdieping.
Gebouw D,E,F - Paardenstallen en kantoren. De voormalige stallen en kantoren behouden we als een slanke typologie waarbij we verder bouwen op het bestaande. De hoogte is afwisselend, in overeenstemming met zowel de omgeving als het gebouwde erfgoed.
Gebouw N - Het nieuwe gebouw kan dankzij haar nieuwbouwlogica een hoge densiteit op een beperkte oppervlakte realiseren. Dit gebouw organiseert de site, maakt de openingen en definieert mee het nieuwe karakter van het binnengebied.
Hergebruik & materialisatie
Het project zet sterk in op een pragmatisch hergebruik van het bestaande. Naast de aanwezige culturele erfgoedwaarde, bekijken we de economische en ecologische waarde van een structuur; de embodied energy en capital. Voor elk van de gebouwen hielden we dit tegen het licht. In elk gebouw worden de structurele assen gevolgd voor de organisatie van de nieuwe architectuur. Specifiek voor de stallen, kantoren en ateliers gaan we uit van een maximaal renovatiescenario’s en worden vloerhoogtes en traveeën gerespecteerd. Daarnaast zien we ook potentieel in kleinschalig hergebruik. Dit kan gaan van het hergebruik van de dakpannen, de kasseistenen, de houten gelamineerde balken naar meubilair voor collectieve delen alsook hergebruik van baksteen.
Het hergebruiken van bestaande structuren en funderingen vraagt bovendien om lichte bouwmaterialen. We zetten waar mogelijk in op het gebruik van hout voor de optoppingen; met zo groot mogelijk prefab gehalte om snelheidswinsten te boeken.
Dit ontwerp werd niet gerealiseerd.